Business as usual! Voorjaar 2022 voor de zoveelste, inmiddels ontelbare keer in dit jaargetijde afgereisd naar bovengenoemd gebied. Dit maal niet alleen, maar in gezelschap van dochter en zus.
Ondanks dat de winter opnieuw was verlopen zoals we dat het laatste decennium kennen in Europa, te warm en met een voornamelijk westelijke windrichting, heb ik toch altijd de hoop dat de omstandigheden weer eens zijn als vanouds. Dat wil zeggen, een situatie waarbij de gehele delta onder water staat. Dit als gevolg van de neerslag in het brongebied van de rivieren de Narew en de Biebrza. In een groot deel van de winter is dit ook het geval en herbergt het gebied grote aantallen ganzen, zwanen en eenden. Echter, de laatste zeven tot tien jaar is dit water weg voordat het eind april is en daarmee ook de voorwaarden die voorheen voor een explosie van het vogelleven zorgde. De Kemphanen die normaal rond dit moment arriveerden, trekken nu twee weken eerder door.
Maar niet geschoten is altijd mis en dus had ik toch weer mijn floating hide meegenomen. Gelukkig ken ik nog een locatie waar altijd voldoende water te vinden is. Helaas is dit stuk langzaam aan het dichtgroeien, mede doordat het gedurende de zomer te nat blijft om te kunnen maaien. Als dan het voorjaar ook nog zeer koud verloopt en de overige vogels later arriveren, blijven er uiteindelijk niet zoveel kansen over. De paar ochtenden die ik in het water heb doorgebracht leverden nagenoeg niets op. Een paartje Roodhalsfuut wat op het punt stond om te gaan nestelen was eigenlijk het enige. Omdat verstoring dan een duidelijk risico vormt, is uitermate voorzichtig handelen genoodzaakt.
Het koude voorjaar zorgde er op haar beurt weer voor dat er nog geen blad aan de bomen zat en ook de kruidenvegetatie nog op gang moest komen. Het bekende zoeken naar rupsen was dan ook deze keer weer een uitdaging. Een maand later is de situatie binnen deze groep volledig anders, maar het meegaan van mijn schoolgaande dochter én het werk verhinderen de mogelijkheid om dan te gaan. Kom maar op met het pensioen zou ik willen zeggen. Uit de verhalen van mijn Poolse vriend Jan maak ik zo ongeveer op dat elke struik dan afgeladen is met velerlei soorten. Dit lijkt niet overdreven te zijn daar ik altijd een hoos aan foto’s te zien krijg, gemaakt met zijn smartphone. Daartussen altijd een grote partij soorten welke ik nog niet eerder gezien heb. Er is wat om naar uit te kijken zeg maar. Het mooie van die tijd is ook nog eens dat de aantallen vlinders groot zijn. Om over eind juni maar niet te spreken als soorten zoals Weerschijnvlinders het gebied bevolken.
Kortom, wordt vervolgd.