Indigirka Delta en Yakutsk, Russia.

In juni 2019 heb ik, samen met een klein internationaal gezelschap, een reis gemaakt naar de Indigirka Delta in noord oost Siberië. Het was de eerste keer dat deze trip werd georganiseerd. Het oorspronkelijke doel, twee jaar eerder, was de Lena Delta. Een delta welke iets meer naar het westen is gelegen. Omdat deze reis op het laatste moment niet doorging, is er gezocht naar een alternatief.
Het hoofddoel van beide reizen was het zien én fotograferen van de Ross’ Meeuw. Een vogelsoort die wereldwijd alleen met redelijke zekerheid gevonden kan worden op beide genoemde locaties. En dan alleen nog in het broedseizoen. Sowieso is van slechts vier procent van de gehele wereldpopulatie de broedplaats bekend. Nog steeds een ongrijpbare vogelsoort dus. 
De reis begon in Yakutsk, de hoofdstad van de gelijknamige republiek Yakutia. Deze Siberische hoofdstad ligt op ongeveer 6.5 uur vliegen van Moskou en is volledig omgeven door ongerepte natuur. Aan de oostkant ligt de machtige Lena rivier. Ter plaatste zijn we begeleid door een paar lokale gidsen, wetenschappers die hun werkgebied uiteraard op het vlak van de natuur hebben. In de paar dagen die we daar verbleven hebben we vooral de omliggende taiga bossen bezocht. Puur natuur én met uiteraard een reeks aan Siberische vogelsoorten. Vanwege het warme voorjaarsweer was het broedseizoen al ver op weg. Veel vogels hadden inmiddels bijna of geheel volgroeide jongen. Een groot contrast met een jaar wat ”normaal” verloopt. In de delta zelf begrepen we van de professor dat het hier gaat om een 30-jarige cyclus waarin deze weersomstandigheden optreden. 
Na een aantal dagen zijn we met een redelijk gedateerd propellervliegtuig vertrokken naar ons uiteindelijke doel, de Indigirka Delta. Je komt aan in Chokurdakh, een oude plaats die in het communistische tijdperk nog floreerde. De bevolking is ondertussen gekrompen tot 2000 personen (was 5000). Het is altijd moeilijk in te schatten waar zulke plaatsen nog hun bestaansrecht mee ”verdienen”. Waarschijnlijk kost het jaarlijks een flinke hoeveelheid overheidssteun. Het in stand houden van deze nederzettingen heeft zeker met ”aanwezigheid” te maken.
Dat het leven op deze locaties niet gemakkelijk zal zijn is een statement. Een zomer van ongeveer vier maanden én een lange donkere periode in de winter. Daarbij nodigen de temperaturen van min 30 of lager ook niet uit om eens gezellig een rondje te lopen.