Valle d’Aosta, het uitsluipen van een Blauwe glazenmaker

Tijdens ons verblijf in het Val di Rhemes, Aosta in Italië ( zie vorig nieuwsitem) ontdekte ik in een kleine vijver bij de camping een aantal larven van een libellensoort. Het vijvertje van hooguit twaalf vierkante meter lag in de speeltuin naast de camping. Het was de eerste en enige aanwijzing dat deze groep van insecten niet geheel afwezig bleek te zijn in dit bergdal. Omdat ik regelmatig met mijn dochtertje de speeltuin bezocht, was het ook een mooie gelegenheid om de activiteit van de larven in de gaten te houden. Dat leverde na anderhalve week tot mijn vreugde de eerste ”uitsluipers” op. Wel zochten de meeste larven voor dit proces een plekje op buiten het bereik van de camera. Uiteindelijk werd de volharding beloond met een exemplaar dat dicht onder de kant een plekje had gevonden. Het enige nadeel was een grote kei die in de weg lag en waardoor ik zeker in het begin geen ideale positie kon innemen. 
De larve had zich de dag ervoor al de gehele tijd opgehouden rond de bewuste stengel, maar kroop pas een etmaal later uit het water. Het was ongeveer zes uur in de ochtend. Alleen de bloemknoppen gaven voldoende houvast aan de verder gladde plantenstengel. Na het vinden van het juiste plekje gebeurde er een uur lang niets. Het is dan zaak om goed te blijven opletten, want de diverse fasen van het uitsluip-proces gaan soms onverwacht snel. Dit geldt onder meer voor het openbarsten van het huidje en tot de kop en een deel van het achterlijf erbuiten hangen. De andere fase die zeer snel verloopt is wanneer het imago de kop omhoog buigt en het laatste deel van het achterlijf uit het huidje trekt. Dan volgt het oppompen van de vleugels, het strekken van het achterlijf en de fase waarin het imago het overtollige vocht afvoert en wat op kleur komt.
Na acht uur ben ik gestopt met de registratie, ondermeer omdat het huidje met libel losraakte en weggleed naar beneden. De nieuwe situatie belemmerde het verder maken van goede beelden. Het gehele proces tot en met wegvliegen heeft zeker tien uur geduurd. Naar mijn idee een zeer lange tijd en vooral omdat het dier dan erg kwetsbaar is.
Tenslotte, van alle uitsluipingen die ik daar vond is zeker dertig procent niet tot een goed einde gekomen. Kannibalisme was daar wel de meest opvallende oorzaak van. Een larve deed vanuit het water een geslaagde poging om eens een hapje van zijn zojuist uitgeslopen broer of zus te nemen omdat deze een plekje had gekozen vlak boven het water. Het stempel ”roofdier” werd hier in volle overtuiging gedemonstreerd.
Veel kinderen zagen in dit vijvertje hun eerste libel geboren worden. Een prachtige belevenis.

Blauwe glazenmaker